meer over ’the sublime’ – more about ’the sublime’

in mijn onderzoek naar de vraag hoe wij onszelf gevormd hebben tot wat wij zijn, was mijn oorspronkelijke vertrekpunt het begrip the sublime. dit onderzoek begon bij edmund burke en immanuel kant (met eerdere denkers zoals longinus laat ik hier buiten beschouwing). het probleem dat ik daarin tegenkwam, is dat de mens doorgaans als een afzonderlijke entiteit wordt gezien, los van zijn omgeving. vanuit die positie kunnen wij ons achter die scheiding verschuilen. wanneer wij bijvoorbeeld overweldigd worden door de natuur, ervaren wij het tegelijk als iets groots en verhevens en voelen wij ons klein of bedreigd.

lezend en onderzoekend kwam ik bij slavoj žižeks the sublime object of ideology (1989) terecht. daarmee werd voor mij duidelijk dat de aansluiting bij het denken van georg hegel en jacques lacan een andere benadering van het sublieme mogelijk maakt. het sublieme bevindt zich niet buiten ons, maar in onszelf. de grens tussen mens en omgeving verdwijnt. wij kunnen ons niet langer beroepen op het idee dat wij slechts in de omgeving zijn, afgescheiden ervan. wij zijn zelf een subliem wezen: tegelijkertijd overweldigend en gevaarlijk, juist omdat wij voortdurend omgaan met de vervulling – of vermijding – van onze existentiële leegte.

de constructen die wij voortbrengen – zoals maatschappelijke ordeningen, ideologieën, tegenstellingen, het creëren van vijandbeelden om ideologieën te handhaven, onze emotionele omgangsvormen, waarden, normen, taboes, technologieën en in feite alles wat wij organiseren – belichamen dit. in die zin zijn wij zelf het sublieme.


in my inquiry into the question of how we have shaped ourselves into what we are, my initial point of departure was the concept of the sublime. this inquiry began with edmund burke and immanuel kant (with earlier thinkers such as longinus left aside here). the problem i encountered in this context is that the human being is generally regarded as a separate entity, distinct from its environment. from that position we can hide behind this separation. when, for example, we are overwhelmed by nature, we experience it simultaneously as something vast and exalted, while at the same time feeling small or threatened.

through reading and research i came across slavoj žižek’s the sublime object of ideology (1989). at that point it became clear to me that the connection with the thought of georg hegel and jacques lacan makes another approach to the sublime possible. the sublime is not located outside us, but within ourselves. the boundary between human being and environment disappears. we can no longer rely on the idea that we merely exist in the environment, separated from it. we ourselves are a sublime being: at once overwhelming and dangerous, precisely because we continually engage with the fulfillment – or avoidance – of our existential emptiness.

the constructs we bring forth – such as social orders, ideologies, oppositions, the creation of enemies to sustain ideologies, our emotional modes of interaction, values, norms, taboos, technologies, and in fact everything we organize – embody this. in this sense, we ourselves are the sublime.

more posts: